maandag 28 november 2011

Beginselenwet: een rozenstruik op de Noordpool


Zet een rozenstruik op de Noordpool en spreek hem ernstig toe: ‘ je hebt het recht om te bloeien, dus doe dat dan ook’! Tegelijkertijd erkent de rozenkweker dat er voor een rozenstruik niet genoeg zon is op de Noordpool.
Deze rozenstruik heet Beginselenwet. Zij heeft uiteraard een hoop tijd en dus geld gekost. Hiermee wordt het recht op AWBZ zorg ten tweede male gewaarborgd. Een keer in de AWBZ, de Algemene wet bijzondere ziektekosten, en nu in de Beginselenwet. Alleen wordt in deze laatste wet de verantwoordelijkheid alweer neergelegd bij de zorginstelling. De houding van de zorgverlener moet zijn ‘het gaat om u, wij denken met u mee en proberen een creatieve oplossing te vinden’. 
Creatief zal de zorgverlener zeker moeten zijn, want geld krijgt hij niet. Hij krijgt alleen maar minder geld en meer plichten. De eerste keer dat de zorginstelling verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg is gesteld, was via de Kwaliteitswet zorginstellingen (1996). Die wet zegt zoveel als: 'niet meer zeuren bij de staatssecretaris. Doe dat lekker bij de zorginstelling'. Er wordt in die wet niet gerept over een marktconforme betaling. Een kleinigheid die door alle belangenbehartigers, de zorgbobo's over het hoofd is gezien.
In de Beginselenwet gaat het over de zorg die een patiënt moet krijgen, vastgelegd in het zorgplan dat een instelling voor een patiënt moet bijhouden.
Stel je wilt graag dagelijks onder de douche en door je beperkingen kun je niet zelf eten. Daar heb je hulp bij nodig. Dat kost tijd, een hoop tijd. Het is niet anders. Noch in de Kwaliteitswet, noch in de Beginselenwet staat:
ZORG = HANDWERK. HANDWERK = TIJD. TIJD = GELD. Er staat ook niet dat de overheid zich verplicht voldoende geld ter beschikking te stellen voor de benodigde zorg. Geld dat we overigens wel betalen. We betalen 30 miljard voor de AWBZ.

Dat staat overigens wél zwart op wit in de AWBZ maar dat weten de patiënten dan weer niet. We hebben het hier wel over de zwaksten van onze maatschappij, die niet zo gemakkelijk naar de rechter hollen. Hun familieleden zijn zó vaak met hun neus richting instelling gezet, dat zij zich niet kunnen voorstellen dat hun oplossing ligt in een correcte toepassing van deze bijzondere wet, de AWBZ. Het is gemakkelijker om je voor te stellen dat de instelling fouten maakt, want de 'overheid zegt toch zelf dat...'.
De overheid weet exact hoeveel zorg er nodig is in Nederland. De overheid kent ook het prijskaartje van die zorg. Maar de overheid weigert te betalen voor zorg die al 40 jaar wettelijk via de AWBZ is gegarandeerd. 
En de alom zwijgende zorginstelling? Gebombardeerd tot ondernemers, maar feitelijk zijn zij de sukkels van de zorgmarkt. En dat nog wel onder aanvoering van hun koepelverenigingen. De zorgverzekeraar dan? Zij behartigen tenslotte uw belangen. Dat klopt, zolang uw belangen tenminste voldoende geld opleveren. 2,6 miljard in 2010. En dat is nog zonder een aanvullende AWBZ verzekering. 2,6 miljard - daar kan je een hoop luiers voor kopen.

vrijdag 25 november 2011

Wajong: een asociale voorziening


Met betrekking tot het grootste deel van de gebruikers is de Wajong de meest asociale voorziening die er in Nederland bestaat. Veel gebruikers zijn niet compleet  arbeidsongeschikt, ze kunnen zich alleen niet zo goed aanpassen aan het lopende band werk dat overal in het bedrijfsleven is ontstaan. Als je niet 'standaard' bent, pas je niet op de lopende band, waarvan het tempo steeds hoger wordt afgesteld. Het tempo ligt voor velen te hoog, en zeker voor deze mensen. En daarom worden ze op non actief gesteld en met een zak geld thuis op de bank neergezet, ver weg van het bedrijfsleven. Veel plezier ermee. Het probleem is ontstaan in het bedrijfsleven en het is miraculeus genoeg een politiek probleem geworden.
De Wajong geeft recht op een arbeidsongeschiktsheid uitkering als je voor je 17e verjaardag arbeidsongeschikt bent geworden en als je dat op je 18e nog steeds bent. Ook als je ouder bent, en tijdens een studie arbeidsongeschikt bent geworden, bestaat het recht op deze uitkering.

Wajong kinderen worden als een hete aardappel door de maatschappij geschoven. ‘Vroeger, toen alles beter was’ waren er voldoende kleine bedrijfjes waar zo iemand kon werken. In z’n eigen tempo, met z’n eigen klussen. Veel van deze bedrijfjes om de hoek, waar deze mensen veilig waren, bestaan niet meer. Wat ook anders is, is het toegenomen aantal hele grote ondernemingen dat ons land telt. En wat helemaal anders is, zijn de winsten die deze bedrijven maken. Mij hoor je niet klagen. Het kapitalisme heeft ook veel goeds gebracht. Er zijn nu eenmaal mensen die het belangrijk vinden om veel geld te hebben of om er mee om te gaan, en er zijn anderen die hun tijd liever met iets anders invullen. 

De Wajong kost jaarlijks 2,2 miljard euro: per nederlander 133 euro. 
De bovenstaande tabel geeft de winst van de grote bedrijven weer. Daar zijn alle kosten, al dan niet exorbitant hoge salarissen en bonussen, én belasting dus al vanaf getrokken.
 Als wij met z’n allen die 55 miljard onderling konden verdelen, dan hield elke Nederlander daar ruim 3000 eu aan over, per jaar. Maar die enorme berg met geld wordt door een klein groepje mensen verdeeld. Laten we nu eens hypothetisch van 100.000 mensen/bedrijven uitgaan, dan houden ze gemiddeld een half miljoen over, per persoon per jaar. 

Als we ze nou eens vriendelijk zouden vragen om de kosten van de Wajong voor hun rekening te nemen. En daarbij krijgen zij ook de verantwoordelijkheid om voor diegenen die kunnen en willen werken, passend werk te zoeken of te creëren. Dat kost ze 22.000 euro per jaar per persoon/bedrijf. Houden ze toch nog 525 duizend euro over. Daar hoeven ze dus geen boterham minder om te eten. Op die manier zorgen er er dan voor dat het bedrijfsleven, waar het grootste deel van de Wajong gebruikers lekker in moeten kunnen rondlopen, hun maatschappelijke taak eindelijk eens serieus neemt. Het is geven en nemen in het leven. Dat idee mag zo langzamerhand ook weleens doordringen tot het bedrijfsleven. Voordat u roept: ‘ik betaal toch belasting’. Ik ook.
Als je als bedrijf zo groot bent geworden, dat je dit soort winsten kunt maken: hartelijk gefeliciteerd, maar nu is het tijd om iets terug te doen. Haal die mensen van de bank af en geef ze een zinnig toekomstperspectief.

woensdag 23 november 2011

Zorginstelling mag met z’n eigen vermogen naar het casino


Tot 1968 was de zorg die nu bekend staat als AWBZ zorg een totaal particuliere aangelegenheid. Er werd geld opgehaald (kerk, weldoeners, verenigingen etc.) en en met dat geld werden de chronisch zieken en ouderen verzorgd. Vanaf 1968 ging de staat betalen voor de zorg. Nou ja, de staat... wij betalen dat samen, via de AWBZ premie.
Er waren rijke instellingen en arme instellingen in 1968. Sommige hadden een eigen vermogen en anderen niet. Dat eigen vermogen is niet naar de staat gegaan. Dat is eigendom van de instelling. Het behoort niet tot de publieke middelen. Een instelling mag in principe, mits de Raad van Bestuur ed. akkoord gaat, met z’n eigen vermogen naar het casino gaan. Beetje zonde, maar het mag. Als journalisten daarover zeuren, en dat doen zelfs Pauw en Witteman, getuigt dat van een ongelooflijke domheid en populisme. Het is gemakkelijk scoren, maar niet terecht.
Stichting Zonnehuizen is in een jaar tijd 6 miljoen eigen vermogen kwijt geraakt. (bron: SP). Dat is een hoop geld maar daar gaat de overheid niet over.
Als ik een instelling had met 2000 patiënten, en ik had 6 miljoen eigen geld, dan kon ik voor dat geld één jaar lang 10 minuten extra zorg per dag per patiënt kopen. Dan is het op. Ik word door de overheid gedwongen om ondernemertje te spelen. Dat ben ik niet, ik ben van de zorg, maar ik moet wel. Wat ik wel ga doen, is proberen om ‘iets’ met onroerend goed te doen en misschien, heel misschien, als ik dat rendabel weet te krijgen, ga ik van dat rendement een deel in de zorg stoppen. Dat zou technisch gezien, overigens pure liefdadigheid zijn. Maar de kans is veel groter dat ik een financiële strop haal, want ik ben helemaal geen ondernemer.

maandag 21 november 2011

ZORGKANTOREN BETALEN DE REKENING NIET


Dat doen ze al jaren niet, dus tot zover geen nieuws. 
Een op de vier zorginstellingen in de ouderenzorg heeft te maken met 'overproductie', aldus Zorgvisie.  
Wat is dat eigenlijk in deze markt, overproductie? Een zorginstellingen kan twee kanten op met z’n omzet. Gelijk blijven of naar beneden. Een stijgende omzet is niet mogelijk op deze markt, tenzij je fuseert. Een stijgende omzet wordt afgestraft, dus niet uitbetaald. Het geld volgt de klant dus helemaal niet:
Er zijn een paar contracteerrondes per jaar. Daarbij dien je vooraf exact op te geven hoeveel omzet je gaat draaien.
    1. Is je omzet lager dan verwacht (er overlijden bijvoorbeeld -ouderenzorg- meer mensen dan je hebt ingepland), dan heb je ‘je omzet niet gehaald’. Consequentie: strafkorting voor de volgende rondes. Je budget (omzet) wordt naar beneden bijgesteld. Je kunt wapperen met CIZ indicaties (die de patiënten meebrengen) wat je wilt, het levert de zorginstelling geen geld op.
    2. Is je omzet hoger dan verwacht? Dat kan zomaar gebeuren als er onverwacht iemand bij de poort staat. De zorginstelling is verplicht zo iemand op te nemen en zorg te verlenen, als er nog bedden zijn. De zorginstelling is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg (Kwaliteitswet Zorginstellingen 1996). De zorgverzekeraar is niet verplicht deze zorg te betalen. Hierover moet worden ‘onderhandeld’.
Daarbij is er nooit afgesproken dat een instelling marktconform betaald krijgt voor z’n zorg. In het regeerakkoord van 2010 staat luid en duidelijk beschreven, dat dat niet het geval is. Dus een instelling wordt twee keer gepakt. 
  1. Er wordt per patiënt niet genoeg betaald
  2. Er wordt niet voor iedere patiënt betaald.

Geen normale ondernemer zou dit accepteren. Het is dus van het grootste belang dat een instelling een goed contact heeft met de zorgverzekeraar. Heb je een grote mond, dan gaat de kraan tijdelijk dicht. In grote mensen taal heet dit chantage. Bij de overheid heet dit beleid. De wet, in dit geval de kwaliteitswet,  wordt dus krachtig gehandhaafd als goed uitkomt maar een andere wet, zoals de AWBZ, waarin de garantie op afdoende zorg wordt gegeven, wordt genegeerd. Een zorginstelling die met de AWBZ in z'n hand naar de rechter stapt, is binnen het jaar failliet (lees: de nek omgedraaid).

Een overkoepelende organisatie (zorginstellingen) als Actiz zou deze informatie paraat moeten hebben. Zoals te doen gebruikelijk is hun schatting van 50 miljoen veel te laag en is hun verhaal incompleet. Actiz, ingepolderd en doodgeknuffeld door de dames Schippers en Veldhuijzen van Zanten-Hyllner. 


donderdag 3 november 2011

Gevestigde macht zet Nederland tegen de muur


Via dit blog kreeg ik een kopie van een Wob verzoek. De wet openbaarheid van bestuur (WOB) regelt het recht van de burger op informatie van de overheid.

De Wobber heeft de kamervragen (SP) over de hoogte van de bruto afgedragen AWBZ premies tussen 1995 en 2001 nog eens dunnetjes overgedaan. De SP is inmiddels met deze vraag al drie keer afgeserveerd door de dames van VWS. Geen antwoord.

AWBZ premies 1995 – 2001: Wat kan het je schelen?

Het maakt niet uit of de AWBZ je boeit of niet. Het gaat om een hoop geld (meer dan 60 miljard), toevallig heet het vandaag AWBZ premie, morgen heet het misschien Kinderbijslag of WW, waar je ook voor gespaard hebt. Ook de overheid moet zich aan de regels houden. Daarom is het belangrijk te weten dat een paar opeenvolgende regeringen fluitend de wet hebben genegeerd en daarmee overtreden. Nederland, een rechtsstaat. En diezelfde rechtsstaat wordt met tranen in de ogen plotseling uit de kast getrokken voor een politiek machtsspelletje over een jongetje dat Mauro heet. Dat is geen rechtsstaat, dat is een bananenrepubliek, en ik heb het niet over Angola. Dus loop even met me mee.

De basis:

-       2001: er is een vreemdsoortig wettelijk kader geschapen voor het witwassen van AWBZ premies. De nieuwe naam: ‘een premie is de premie minus de heffingskortingen’. (Ik vraag me af wat Van Dale zou doen met de omschrijving: een jas is een kledingstuk met twee mouwen, maar dan met één mouw).
-       1968 – 1995: Je betaalt je premie over je inkomen. 27 jaar lang heeft de overheid als richtlijn de bruto lonen in Nederland aangehouden, vermenigvuldigd met het premiepercentage AWBZ. Dat leverde de inkomsten voor de AWBZ op. Tot 1995 klopt dat sommetje als een bus. En het is ook een realistisch, keurig sommetje. 

En toen?

-       Vanaf 1995 is dit gestopt. We betalen steeds meer premie, maar dat zie je niet meer terug in de eindcijfers. De AWBZ wordt dus blijkbaar een leuke inkomstenbron voor de staat, maar waar zijn die premies dan gebleven? En om hoeveel gaat het eigenlijk? Dat is de Wob-vraag en de vraag van de SP. We hebben de jas met 1 mouw vanaf 2001, maar we hebben nul verklaring van 1995 tot 2001. En in die tijd zijn er toch nog een hoop miljarden zoek geraakt. Vandaar de SP kamervragen en vandaar de Wobber. Simpel toch? Waar-zijn-mijn-centen-gebleven?

Welkom in Nederland: Bananenrepubliek aan de Amstel

Niet iedereen kan geboeid raken door het zoekraken van vele miljarden. Wat wel griezelig is, is dat de regering geen antwoord wenst te geven. Daar ga je met je democratie, én met je rechtsstaat, linea recta de sloot in. 6 lullige cijfertjes, 1995 - 2001…. Dat is alles wat er gevraagd wordt. De consequenties van een correct antwoord zijn overigens enorm:

-       Als de regering wél antwoord geeft, dan volgt de onmiddellijke vraag: ‘waar stond beschreven dat je dit mocht doen? Dat antwoord is even simpel als gecompliceerd: het stond nergens. Het AWBZ geld stond vóór 1995 ook nooit op een bankrekening van de staat, omdat het geld niet ‘van de staat is’. Belasting geld ‘is’ wel van de staat, verzekeringspremies niet. Om toe te mogen treden tot de Euro, heeft Zalm een premierekening geopend bij de overheid. Toen was Nederland op papier een stuk rijker door al die verzekeringspremies. Fijn voor de Euro. Minder fijn voor de verzekerden. Er lag zo'n geweldige berg met geld, dat er maar een deel terug is gegaan naar de verzekerden. Ze konden er gewoon niet afblijven. En niemand klaagde. Mooi weer spelen met jouw en mijn verzekeringspremie. 

De meest interessante vraag is altijd: Waarom?

Tegelijkertijd met het grote graaien in de premies, is er buiten ons om nog een andere, veel ingrijpender beslissing genomen. Een beslissing die niet meer terug te draaien is. 

Ook in de negentiger jaren kregen de regeringen het ene na het andere rapport over de vergrijzing en oplopende ziektekosten. Er zijn twee opties: sparen of niet? We hadden een enorme spaarpot kunnen opbouwen. Een vermogensfonds, van en voor het volk. Maar er is voor ‘niet sparen’ gekozen, nog steeds zonder enige wettelijke bevoegdheid. Het is akelig simpel: je zegt als minister van Financiën 'meer geld krijgen ze niet (Zalmnorm)' en plotseling heeft het ministerie geld 'over'. Een macro economische 'meevaller', die totaal in scene is gezet. Er is geen elegante term voor: het gaat om ordinair jatwerk. 

Er is dus één conclusie mogelijk: in 1995 is besloten om de toekomstige extra ziektekosten te laten financieren via een aanvullende AWBZ verzekering. Daar had ik eigenlijk best even over willen meepraten. Of minimaal meedenken? Jij niet?

Follow the money

15 jaar geleden is besloten om niets te zeggen, niets te overleggen, maar om dat slapende volk uiteindelijk te confronteren met een tweede, identieke verzekering waar ze hun hele leven al voor hebben betaald. Tegen die tijd, je hoeft geen econoom te zijn om dat te bedenken, is er geen andere optie meer, want geen geld.

En voor wie is dat ontzettend enig? Wie gaat er heel dik verdienen aan die dubbele AWBZ verzekering? Inderdaad, de Goede V(erzekeraar), de zorgverzekeraar,  die al meer dan 100 jaar hand in hand loopt met de overheid. Vanaf wanneer hebben we een overkoepelend orgaan ‘Zorgverzekeraars Nederland’? Kijk nou zeg, vanaf 1995. Hetzelfde jaartal, wat een toeval. En wie staat daar vanaf 1995 aan het roer? Inderdaad, Hans Wiegel, van de VVD. Net op het moment dat Gerrit Zalm (jawel, ook VVD) onder leiding van de weledel zeer geleerde heer Kok van de PvdA, een greep deed in de premies van de AWBZ. Wat een toeval… ze hadden het nog best druk in 1995.

De zorgverzekeraar: with a friend like you, who needs enemies?